Nr. 3. Provinciaal Hof.
T-vormig gebouw in neo-Brugse stijl met representatieve W.-vleugel als dominant, centraal element van de O.-Marktzijde (fig. 134); de O.-achtervleugel met vergaderfunctie is omgeven door een kleine binnenplaats en tuin aansluitend bij die van de ambtswoning van de gouverneur (Burg, nr. 3); in de Z.W.-oksel van beide vleugels bevindt zich het deels ingebouwde trappenhuis met de staatsietrap. Samen opgetrokken met het r. aanpalend Postgebouw (nr. 5) n.o.v. architecten L. Delacenserie (Brugge) en R. Buyck (Brugge) van 1885 en 1909 cf. de twee bouwfasen resp. 1887-1892 en 1914-1921. Sinds najaar 1999 vergadert de provincieraad in het Provinciaal Administratief Centrum te Sint-Andries (Brugge). Het Provinciaal Hof heeft thans een representatieve functie en fungeert tevens als tentoonstellingsruimte. Binnenin vermeldt een gedenkplaat - 150 jaar provinciewet - de bouwgeschiedenis van het Provinciaal Hof.
1850: het provinciebestuur verwerft het huis De Brock, centraal pand van de laatclassicistische eenheidsbebouwing van 1789-1791 aan de O.-Marktzijde. Op de binnenplaats, oprichting van een raadszaal die tevens paalt aan de in het voormalige bisschoppelijk paleis aan de Burg ondergebrachte ambtswoning van de gouverneur. Tot dan toe vergaderde de provincieraad in de z.g. "Gotische zaal" van het stadhuis.
1878: de verwoestende brand van het midden- en r.-gedeelte van de laatclassicistische eenheidsbebouwing, die toen reeds lang een doorn in het oog was van de voorstanders van de "Brugse stijl" cf. o.m. J. Weale, leidt voor een pleidooi voor een nieuwe O.-Marktvleugel in neo-Brugse stijl én n.o.v. een Brugse architect: naast het Provinciaal Hof zouden er ook andere openbare diensten als Post en Telegraaf, Bruggen en Wegen, en Spoorweg worden ondergebracht. Dit impliceert de afbraak van de niet uitgebrande huizen l. bij de hoek Philipstockstraat.
1881: vermelde Brugse architecten dienen hun plannen voor Provinciaal Hof en Postgebouw in, waarna de Bestendige Deputatie een adviescommissie opricht; haar opmerkingen betreffen o.m. het te weinig uitgesproken Brugs karakter van het concept (!), inzonderheid het onvoldoende benadrukte verticalisme.
1885: de goedgekeurde herwerkte plannen worden nu aan de K.C.M. voorgelegd. Deze plannen voorzien ter hoogte van de binnenplaats een galerij op vier zuilen als verbinding tussen de ambtswoning van de gouverneur en de bovenverd. van het Provinciaal Hof (niet uitgevoerd).
1886: K.C.M. stelt een versobering van de gevels voor, vindt het grote O.-venster eerder een element van de kerkelijke dan van de burgerlijke bouwkunst, en acht tenslotte het uitgangspunt - bouwen in neo-Brugse stijl - verkeerd.
Nieuwe tekeningen houden rekening met de opmerkingen van de K.C.M., zonder af te wijken van het eerder gestelde uitgangspunt.
20 maart 1886: uiteindelijk goedkeuring van de plannen door de K.C.M. 1887: aanbesteding van de bouwwerken van Provinciaal Hof en Postgebouw. Grond- en funderingswerken zijn inmiddels reeds uitgevoerd.
1892: in gebruikname van het Provinciaal Hof, waarvan enkel de zeven r.trav. zijn voltooid. Het Postgebouw is reeds sinds september 1891 in gebruik.
1891-1909: geleidelijke afwerking van het exterieur en interieur, ook hier met uitgesproken Brugse inbreng wat de uitvoering betreft. Tien vorstenbeelden en bijhorende consoles in de raadzaal door H. Pickery (1891-1892) naar het iconografisch programma opgesteld door J. Bethune en dr. De Meyer, tevens voordragers van de hier aanwezige muurschilderingen met beroemde landgenoten. Twee leeuwenbeelden aan de toegangstrap en tien kleine beelden van bekende Vlamingen uit de Middeleeuwen samen met de gewelfconsoles van het trappenhuis binnenin, door resp. H. en G. Pickery (Brugge). Groot O.-venster van de raadzaal met glasramen door J. Dobbelaere, die hier ook talrijke andere ramen van wapenschilden voorziet. Koperen St.-Michielsbeeld van voorgevel n.o.v. G. Pickery, en kroonluchters in trappenhuis en raadzaal n.o.v. architecten L. Delacenserie en R. Buyck, door kunstsmid E. De Vooght (Brugge).
1914-1921: optrekken in aansluitende bouwtrant van de l.vleugel - drie trav. - van het Provinciaal Hof n.o.v. architecten L. Delacenserie en R. Buyck van 1909. Iconografisch programma van de glasramen - vnl. allegorische voorstellingen - en de schouwbeelden bepaald door kannunik A. Duclos. Inmiddels is reeds sinds 1914 de ambtswoning van de gouverneur n.o.v. architect J. Coomans klaar; in dit hoekpand bij de Philipstockstraat - initieel voorzien als locatie van de Spoorwegadministratie - trekt tenslotte het Bestuur van Bruggen en Wegen in (cf. nr. 1).
Met de voltooiing van het Provinciaal Hof is de monumentale O.-gevelwand van de Markt uiteindelijk volledig.
1979: reinigen en herstellen van de Marktgevel.
Rechth. Marktvleugel van tien trav. en twee bouwl. - onderkelderd met uitzondering van r.koetspoorttrav. - onder leien zadeldak, tussen derde en zevende trav. onderbroken door inkompartij van drie trav. en drie bouwl. onder hoog dito schilddak. Voorgevel als imitatieve, versoberde variante - geen beeldnissen! - van die van het stadhuis van 1376-1421 met inbegrip van zijn XIX-restauratie en -toevoegingen cf. het gebruik van natuursteen i.e. Euvillesteen. Verticale indeling met Brugse trav., type I, de kruiskozijnen via uitgewerkte borstwering overgaand in tweelichten met maaswerk onder accoladebogige druiplijst voorzien van hogels en kruisbloem; aflijnende borstwering met pinakels en arkeltjes onder stenen spits, evenals het imposante zadeldak met vorstkam voorzien van hogels en kruisbloemen, de houten dakkapellen en de hoge zijpuntgevels met aandak uitlopend in geprofileerde schoorsteen. Anderzijds, twee grote natuurstenen dakkapellen waarvan puntgevel afgelijnd met hogels en pinakels cf. die van het door architect L. Delacenserie in 1883-1895 gerestaureerde "Hof van Gruuthuse" (XV). Voorts, benadrukte inkompartij. Monumentale toegangstrap met opengewerkte leuning aanzettend bij twee schildhoudende leeuwen en eindigend op twee lantaarns. Geprofileerde tudorbogige hoofdingang onder druiplijst met hogels, tussen tweezijdige pinakels; maaswerk in het bovenlicht; middenpijler met beeld van de Maagd van Vlaanderen. Erboven, resp. vier en drielicht onder uitgewerkte puntgevel met het provinciewapen en zijn schildhouders; flankerende pinakels en bekronend St.-Michielsbeeld van koper. Onder de vorstkam van het schilddak, een vergulde L verwijzend naar de toenmalige koning Leopold II, tussen de wapenschilden van Vlaanderen en Oud-Vlaanderen. Tudorbogige koetspoort met dienstdeurtje l. ervan; erboven, vier engelen met de wapenschilden van Vlaanderen, Oostende, Kortrijk en Ieper ingewerkt in de borstwering van de spitsboogvensters.
Zelfde neo-Brugse vormgeving voor de achtergevel, de haakse achtervleugel en de traptoren, hier echter uitgevoerd in donkerrode baksteen met gebruik van natuursteen voor muuropeningen en architectonische versieringen.
Achtervleugel van tien trav. Twee bouwl. met hogere middenpartij onder leien zadeldak voorzien van kleine houten dakkapellen en haaks aansluitend bij het schilddak van de inkompartij; twee lagere zijvleugels onder lessenaarsdak (bithume). Middengedeelte bovenaan verlicht met spitsbogige tweelichten. Typerende O.-puntgevel met kruisbloem als topstuk en verticaal geleed d.m.v. versneden steunberen die o.m. uitlopen op pinakelvorminge bekroning; groot spitsboogvenster met ingewerkte vierlichten bovenaan aansluitend bij roosvenster. Verzorgd metselwerk cf. de korf- en spitsboognissen met bakstenen maaswerk. L.g. verrijken ook de gemarkeerde schoorsteentrav. van de zijvleugels voorzien van omlopende gekanteelde borstwering met spuwers, ter hoogte van de vrijstaande hoeken als bekroning van gesuperposeerde halfzuiltjes waartussen centraal uitgespaarde beeldnis onder pinakelvormig baldakijn.
Deels ingebouwde veelzijdige traptoren onder leien spits met uitgewerkte bekroning. Gekanteelde borstwering uitkragend op bogenfries.
Interieur. Typerende drieledige hoofdindeling zowel beneden als boven: enfilade resp. met voorzaal, vestibule met spitsbogige doorgangen - ook l. en r., resp. uitkomend in de vestiaire en de staatsierap (fig. 136) -, en grote achterzaal. Flankerende vertrekken o.m. oorspronkelijke bibliotheek, kleinere vergader-, dienstlokalen en -trappen. Doorgedreven vormgeving met aandacht voor afwerking en detaillering cf. uitgewerkte natuurstenen omlijstingen van de deuropeningen met afhankelijk van de locatie ook de toepasselijke allegorische beelden van de Gerechtigheid, Moed, Onpartijdigheid, Wet ... . Fraai deurhoutwerk, balkenzolderingen waarvan de sleutels geprofileerd, figuratief of voorzien zijn van stadswapens o.m. van de hoofdplaatsen van de acht arrondissementen, glas-in-loodramen o.m. met binnenluiken, natuurstenen schouwmantels met o.m. beeldhouwwerk, en de smeedijzeren en koperen kroonluchters en wandverlichting.
Grote benedenzaal als vlak overzolderde ruimte met brede midden- en twee smalle zijbeuken van vier trav. geritmeerd door arduinen zuilen; in de O.-muur, twee deuren naar de tuin.
Monumentaal achtzijdig trappenhuis eindigend bij de publieke tribune van de provincieraadzaal. Natuurstenen eretrap op spitsbogen waarvan de bundelpijlers verrijkt zijn met de beelden van de kroniekschrijver Philippe de Comines, de dichter Jacob van Maerlant, de schilders Jan Van Eyck en Lanceloot Blondeel, de musicus Andries Pevernage, de drukker Jan Brito, de geneeskundige Jan Yperman, de humanist Luis Vives, de theoloog Joos Clichtove en de rechtsgeleerde Filip Wielant. Overkluizend stergewelf waarvan de consoles de personen betrokken bij de bouw van het Provinciaal Hof voorstellen i.e. gouverneur A. Ruzette, architect L. Delacenserie, de beeldhouwers G. en H. Pickery, de Antwerpse aannemers gebroeders Hargot, hoofdingenieur-directeur E. Piens, ingenieur Van der Scheuren en architect R. Buyck. Typerende grote kroonluchter.
Bovenverd. De z.g. "Balkonzaal" naar het hier gesitueerde ijzeren balkon uitziend op de Markt. Vnl. vermeldenswaardig is hier de fraai uitgewerkte, natuurstenen schouwmantel met maaswerk, kruisbloemen, pinakels, twee leeuwenschilden en twee wapens van Oud-Vlaanderen, en een centrale nis waarin een leeuwenschild gehouden door twee leeuwen en bekroond door een St.-Michiel die de draak verplettert.
Grote provincieraadzaal onder houten spitstongewelf met steekkappen ter hoogte van de spitsboogvensters, als archaïserend element van het voorts "moderne" constructiesysteem van de ijzeren dakspant. Dito trekstangen met tien geschilderde vlaggen van 1958, genspireerd op XVI-gravures van vorstenzegels. De gordelbogen rusten op baldakijnen waaronder de beelden van de belangrijkste historische gezagdragers over Vlaanderen op figuratieve console met voorstelling van scene uit hun leven. In O.-muur, groot spitsboogvenster waarvan de glasramen met voorstelling van de patronen en wapenschilden van de acht arrondissementele hoofdplaatsen, de wapens van de acht Belgische provincies en centraal het West-Vlaamse provinciewapen. In W.-muur, de publieke tribune als drieledige spitsboogarcade met opengewerkte leuning, uitgevend op rechth. ruimte onder houten tongewelf.
Zijvertrekken van de voorzaal of hal sluiten l. aan bij trappenhuis - diensttrap - afwisselend overzolderd en overkluisd met troggewelfjes van witte glazuurbakstenen tussen ijzeren I-balken; r., gang met trap onder houten tongewelf naar koetsendoorrit onder stergewelf op figuratieve consoles.
Mobilair. Enkel belangrijke schilderijen o.m. uit de romantische school, portretten van gouverneurs en voorzitters van de Provincieraad, schilderijen betreffende belangrijke politieke gebeurtenissen, landschappen van de Antwerpse schilder Joos de Momper (1564-1635), het schilderij "De Burg te Brugge" (1701) door de Brugse schilder Jan-Baptist Van Meunincxhove (1701) en "De Groene Rei te Brugge" ca. 1850 van schilder Jan Van de Putte.
Ministerie van Openbare Werken, Regie der Gebouwen. DEVLIEGHER L., Van Waterhalle tot Provinciaal Hof, Brugge, 1994. Ministerie van Openbare Werken, Regie der Gebouwen. DEVLIEGHER L., Van Waterhalle tot Provinciaal Hof, Brugge, 1994.
Gilté S. & Vanwalleghem A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18NA Noord, Brussel - Turnhout.
Bron:
Inventaris Onroerend Erfgoed
Type pand | Pand |
Grondoppervlakte | 1.465m2 |
Breedte perceel | 32m |
Diepte perceel | 47m |
Geschatte tuinoppervlakte | 25m2 |
Coördinaten | 51°12'32.1"N 3°13' 30.6"O |
Achterkant/oriëntatie tuin | Noord-Oost |
Bebouwing | Gesloten |
Overstromingsgebied | Effectief overstromingsgebied |
P-Score | D: Middelgrote overstromingskans onder huidig klimaat |
G-Score | D: Middelgrote overstromingskans onder huidig klimaat |
Ontvang een accurate marktschatting en een volledig rapport van Markt 3, Brugge-Centrum - Belfort, Brugge (8000).
Ontvang het schattingsverslagDit pand heeft een uitstekende mobiliteitsscore, gebaseerd op de afstand van dit pand tot nabijgelegen voorzieningen.
Gebouwen binnen de 100m | 9 |
Gebouwen binnen de 500m | 690 |
Afstand tot de straat | 13m |
Gunstig zicht | Nee |
Afstand tot stadsgroen | 150m |
De Realo schatting is de schatting van de marktprijs van een woning. Een verkoop/verhuur schatting voor Markt 3, 8000 Brugge is nu beschikbaar.
Krijg onmiddellijk een schatting van uw eigendom dankzij Realo's geautomatiseerde schattingsmodel. Elk rapport bevat de trends van de lokale markt, buurtinformatie en recente verkopen en verhuren in de buurt. Bestel online en u kan onmiddellijk uw rapport downloaden.
Ontvang het schattingsverslag